Luc Rochtus

"Lijst Dedecker is meer dan Jean-Marie alleen"

Lijst Dedecker is een ééndagsvlieg, dat was de algemene opvatting zo een jaar geleden. Lijst Dedecker sloeg echter iedereen met verstomming en haalde de kiesdrempel. De eenmanspartij moest om echt een toekomst te hebben, bouwen aan meer inhoud, een uitgebreid ledenbestand en een volwaardig partijprogramma. Eén van de mensen die daarvoor moet zorgen is de 25-jarige econoom Luc Rochtus. Als coördinator van de LDD-studiedienst moet hij mee de partij volwassen maken. Maar hoe is hij in de politiek verzeild geraakt?

Luc Rochtus: Ik ben altijd in politiek geïnteresseerd geweest. Tijdens mijn studententijd in Leuven ben ik eerst bij het Katholiek Vlaams HoogstudentenVerbond (KVHV) actief geweest, om daarna bij het Liberaal Vlaams StudentenVerbond (LVSV) terecht te komen. Via een lid van het LVSV ben ik dan na mijn studies voor het Itinera-instituut gaan werken. Dat is een onafhankelijke denktank voor beleidshervorming. Ik deed er aan ‘para-politiek’, politiek van op afstand. Een denktank naar Angelsaksisch model zoals het Itinera-instituut denkt echter vooral op lange termijn. Ik wou NU werken aan verandering, NU impact hebben. Vandaar ook mijn professionele overstap naar Lijst Dedecker. Over een politieke overstap kan je bij mij niet spreken, ik was nooit lid van een andere partij.

Is politiek een familiezaak of ben je de eerste telg in de politiek?
LR
: Mijn moeder was in Schilde schepen voor de CD&V, toen nog CVP, en aan tafel werd vaak gebabbeld over de lokale politiek. Maar het bleef vooral beperkt tot een flitspaal hier en een verkeersbord ginder. De politiek waar ik nu mee geconfronteerd word is heel anders. Mijn grootvader zat op zijn beurt in het kamp van de PVV en later het Vlaams Blok. Eigenlijk, nu ik erover nadenk, ik heb familie bij alle partijen, buiten sp.a-Vl.Pro en Groen!

Van het KVHV naar het LVSV, vanwaar eigenlijk die verandering?
LR
: Wel, voor mij was en is dat vanzelfsprekend. Ik weet niet hoe het er nu aan toe gaat bij het KVHV, maar destijds had ik problemen met de verkrampte katholieke, christelijke gedachtegang bij het KVHV. Ik kon me er toen enkel vinden als pragmatische flamingant, iets wat ik nog steeds ben. Een politieke studentenvereniging moet plezant blijven, dat was voor mij niet meer het geval bij het KVHV. Er hing teveel de sfeer van de oude Volksunie en er liepen wat Vlaams Blokkers rond die hun racistische opvattingen probeerden te ventileren. LVSV-ers hadden dat niet, ze waren zeer open en hebben mij ook zo verwelkomd.

Was het dan een bewuste keuze voor het liberalisme, of eerder een zoektocht?
LR
: Het was echt wel een bewuste keuze. Ik geloof in mensen, in de vrijheid van het individu. Toen ik lid werd van het LVSV, was ik nog student economie en als je enig inzicht in economie hebt, kun je niet anders dan liberaal zijn. Enkel iemand die economische basisbeginselen niet begrijpt kan de kracht van de vrije markt ontkennen.

Bij het dankwoord van het boek “Van baanzekerheid naar werkzekerheid op de Belgische arbeidsmarkt” prijkt jouw naam.
LR
: Dat klopt, en is te danken aan mijn functie als fellow bij het Itinera-instituut, waar ik auteurs Marc De Vos en Joep Konings mocht assisteren. Zij zijn respectievelijk directeur van het Itinera-instituut en decaan van de faculteit ETEW van de KU Leuven. Het hoeft geen betoog dat het een zeer leerrijke ervaring was om samen te werken met zulke gerespecteerde professoren. Ook werken rond arbeidsmarktproblematiek was zeer interessant en ik heb er heel wat uit opgestoken. Het boek bevat een beleidsvisie tot 2011, kant-en-klaar implementeerbaar in België. Ik had toen al enkele thesissen en papers geschreven, maar die werkstukken werden hoogstens door 2-3 mensen gelezen. Bij de voorbereiding van “Van baanzekerheid naar werkzekerheid op de Belgische arbeidsmarkt” heb ik zelf kunnen wegen op de inhoud, wat op mijn jonge leeftijd een enorme kick gaf.

Hoeveel neem je van dit boek mee als bagage voor je huidig werk, heeft het veel invloed?
LR: Ik schat heel veel, ik ben nu 25, heb drie masters, maar mijn enige werkervaring ligt bij Itinera. Niet alleen inhoudelijk heb ik enorm veel opgestoken uit het arbeidsmarktproject, maar ook wat betreft de manier van werken. Al bij al werk ik nog maar een paar maanden voor Lijst Dedecker, maar mijn expertise op gebied van arbeidsmarkt is zeker al van pas gekomen. Samen met wat ik weet over economie en mijn stokpaardje overheidsefficiëntie. Maar zoals gezegd, mijn werk bij Lijst Dedecker verschilt enorm van wat ik bij Itinera deed. Niet alleen de tijdsspanne verschilt. Ook het inhaken op de actualiteit vanuit partijstandpunten en onze boodschap aan de pers verkocht krijgen vergen een andere ingesteldheid. Uiteraard ben ik wel geïnspireerd door mijn werk bij Itinera, netzozeer als het LVSV een invloed op mij gehad heeft.

Hoe ben je eigenlijk bij Lijst Dedecker terechtgekomen?
LR
: Na de verkiezingen van 2007 speelde ik met het idee om bij Lijst Dedecker te gaan. Ik zag toen in de krant staan dat Jean-Marie Dedecker 20 man personeel zocht. Mijn job beviel me, dus toen heb ik de stap nog niet gezet. Een half jaar later heb ik nog op het laatste nippertje vrijblijvend gesolliciteerd. De week daarna ben ik uitgenodigd op het partijbureau in Gent, om twee dagen later telefoon te krijgen van Jean-Marie met een totaal andere vraag, of ik de studiedienst van Lijst Dedecker niet wou coördineren. Nochtans had ik initieel voor de functie van fractiemedewerker geappliceerd en erbij verteld dat ik er nog allerminst uit was of ik de stap zou zetten. Maar zo’n aanbod kon ik natuurlijk niet weigeren, het is meer verantwoordelijkheid maar ook en vooral een boeiende uitdaging. Ik heb dan ook mijn projecten bij Itinera afgewerkt, zodat ze daar niet in de problemen kwamen en pas daarna ben ik bij Lijst Dedecker komen werken.

Je bent de coördinator van de studiedienst zeg je, wat houdt dat precies in?
LR
: In hoofdzaak ben ik medeverantwoordelijk voor het opvolgen van het parlementaire werk, het zogenaamde politiek directoraat. Ik wijs de specifieke dossiers toe waar we als partij op moeten springen en volg het globale politiek werk van de partij op. Achter Lijst Dedecker schuilt de denktank Cassandra, waarin ik ook actief ben. Je hoeft geen lid te zijn van de partij om daaraan deel te nemen, maar Cassandra heeft wel een monogame relatie met Lijst Dedecker. De wisselwerking tussen Cassandra en de partij is ook één van mijn taken, ik zorg er mee voor dat de ideeën van Cassandra ook hun ingang vinden in de partijvisie.

Lijst Dedecker heeft critici lik op stuk gegeven in 2007, maar wat geeft de toekomst? Zit 2009 al in het achterhoofd?
LR
: De verkiezingen van 2009 zijn eigenlijk nog veraf. In politiek kan veel veranderen, een week kan er bij wijze van spreken een eeuwigheid zijn. Maar zoals het er nu voorstaat, gaat Lijst Dedecker onder zijn huidige naam en zonder kartel naar de verkiezingen. Het gevaar is dat we slachtoffer dreigen te worden van ons eigen succes. De media maakt en kraakt, als wij geen 10% halen in 2009 zal iedereen dat proberen af te schilderen als een verlies. Nochtans zou 10% vanuit het niets op twee jaar tijd een grandioze prestatie betekenen. Volgens mij mogen zéér tevreden zijn als we dit zouden kunnen bewerkstelligen. Maar ik heb er alle vertrouwen in, we zitten op het goede spoor. We laten van ons horen, onze al bij al onervaren parlementairen leren elke dag bij, we wegen mee op het debat.

Heeft de partij ook na Jean-Marie Dedecker een toekomst? Zijn naam is zelfs letterlijk met de partij verbonden.
LR
: Dat is inderdaad de vraag. Als Jean-Marie morgen doodvalt, hij zegt het trouwens zelf ook, dan zitten we met een Pim Fortuyn scenario. Tot 2009 moeten we het merk Dedecker zeker uitspelen, dat is ook waarom we de naam van de partij voorlopig niet veranderen. Maar daarna zouden we in staat moeten zijn om andere boegbeelden naar voren te schuiven, zoals bijvoorbeeld Jurgen Verstrepen die zeer, zeer goed bezig is op Vlaams niveau. Hij is in het Vlaams Parlement nu al het gezicht van onze partij. In het federaal Parlement heb je bijvoorbeeld ook Rob Van De Velde, die schitterend werk aflevert in de commissie begroting en financiën. Lijst Dedecker is meer dan Jean-Marie, en we bouwen elke dag aan een volwaardige partij. De enige manier om dit te bereiken vereist dat de parlementairen blijven verder werken zoals ze nu doen. Daarnaast wordt de lokale werking verder uitgebouwd, een partij kan immers niet bestaan zonder basis.

En hoe zit het met Luc Rochtus? Kan jij op een lijst mee timmeren aan de toekomst?
LR: Ik heb me op professioneel vlak sowieso tot 2009 verbonden aan Lijst Dedecker, een belofte die ik ook zal nakomen. Het is waarschijnlijk dat ik op een lijst ga staan om de partij te steunen. Maar achter de schermen bevalt het mij ook zeer goed, je moet niet per se op de voorgrond treden om goed en belangrijk werk te leveren. Op de lijst staan betekent niet dat je verkozen zult worden. Je moet stemmen halen en liefst op een verkiesbare plaats staan. Om dat laatste wordt vaak hevig gevochten en ik weet niet of ik die strijd wel wil aangaan. We zullen zien, tot dusver doe ik mijn huidige job ontzettend graag. Ik zal de tijd die mij hier gegeven is nuttig gebruiken en me zeker ook goed amuseren als waakhond vanuit de oppositie.


Dit interview werd afgenomen en geschreven door Joris Vanlessen, actief lid van Open VLD.